De vermeerdering van Lelies
Zoals ik in een voorgaande nieuwsbrief heb beloofd zou ik u zo nu en dan vertellen hoe de verschillende soorten bloembollen door de bloembollenkwekers worden vermeerderd. Daar de Lelies op het moment in de spotlight staan is het voordehand liggend dat ik daar nu wat over vertel.
Lilium Josephine
De Lelie kan op verschillende manieren vermeerderd worden.
Lily seeds
Bij de species Lelies kan het door zaad te winnen wat vervolgens een paar jaar geteeld moet worden om weer een grote bol te verkrijgen. Maar dit gaat eigenlijk alleen goed bij de in het wild voorkomende species Lelies, deze komen soortecht terug van zaad. De ‘moderne’ veredelde Lelies geven dikwijls geen zaad en als ze het wel doen zult u van het zaad niet dezelfde Lelies terugkrijgen als zij weer tot bloei komen.
Lily dubbelneus
Een andere vermeerderingsmethode is het splitsen van de bollen. Sommige Lelies hebben de eigenschap om, na een of meerdere jaren gegroeid te zijn, een dubbelneus voort te brengen. Deze zogenaamde dubbelneuzen, of soms zelfs trippelneuzen kunt u voorzichtig van elkaar breken. Dit is een eigenschap die niet bij alle lelies voorkomt. Maar als u een soort heeft met deze eigenschap is het een welkome en eenvoudige manier van vermeerderen.
Lelie met okselbollen ofwel stengelbollen
Wat ook soms voorkomt is dat een Lelie kleine bolletjes maakt in de oksels van de bladeren. Dit komt vooral voor bij Lelies die de species Lilium lancifolium als een van de voorvaderen heeft. Maar ook andere Lelies laten deze okselbollen wel eens zien. Maar deze bolletjes komen bijna bij alle Lelies wel voor als ondergrondse stengelbollen.
Okselbol van een Tulp
Leuk om te weten is dat je heel soms ook bij een Tulp een okselbol tegen kunt komen. Maar de eerlijkheid gebied mij te zeggen dat het eenvoudiger is om een klavertje-4 te vinden dan een okselbol bij een Tulp. Maar we gaan verder met de Lelie.
Tussen de stengelwortels die de Lelie maakt aan het stukje stengel wat onder de grond zit kunt u bijna altijd een paar kleine jonge Leliebolletjes vinden. Op de foto zijn deze bolletjes niet te zien maar als u de pruik met wortels boven de bol openpeutert kunt u ze vinden. Deze kleine stengelbollen kunt u weer doortelen tot grote Lelies. Dit is bij de Leliekwekers nog steeds een redelijk veel toegepast methode van vermeerdering.
Een Leliebol waarvan de schubben zijn afgebroken
Maar de meest toegepaste manier van vermeerderen is het zogenaamde schubben van Lelies. Lelie kwekers hebben van alle soorten die zij telen een selectie partij die extra goed wordt gecontroleerd op vermenging met andere soorten, virus en andere afwijkingen. Ieder jaar nemen ze de grootste bollen van deze selectie partijen en deze bollen worden, zoals u hierboven op de foto ziet, helemaal uit elkaar gepeld. Een voor een worden alle schubben van de Lelies losgepeuterd.
Deze schubben worden vervolgens in plastic ingepakt met turfmolm en 12 weken lang bewaard bij 20 graad Celsius.
Lelie schub met jonkies
Na twaalf weken in de warmte zitten er overal jonge bolletjes op de schubben. Het is wat soort afhankelijk hoeveel jonge bollen er op een schub groeien, maar gemiddeld komen er ongeveer 2 bolletjes per schub tevoorschijn. Van een grote Leliebol komen ongeveer 25 schubben dus een Leliekweker kan van iedere bol ongeveer 50 nieuwe bollen maken.
Na de 12 weken warmte zet de Leliekweker de schubben nog een paar maanden in de koelcel om ze vervolgens in het voorjaar, zo rond eind april begin mei te planten. Na de schubben 1 jaar geteeld te hebben rooit de kweker in de herfst uitsluitend plantgoed. Dit plantgoed wordt het volgend voorjaar weer geplant en daaruit groeien de mooie leverbare bollen die u bij ons in de Fluwel webwinkel kunt vinden.
Nagenoeg alle Lelie bollen die u bij ons koopt zijn op deze wijze van het schubben vermeerderd. U kunt het zelf ook gerust proberen, het is echt eenvoudig. Als u in de herfst een paar schubben van een Leliebol peutert en u bewaard de schubben in de potgrond bij kamertemperatuur zult u zien dat er jonge bolletjes op de schubben tevoorschijn komen.
(Als u slechts een paar schubben van een bol haalt zal de bol daar nauwelijks last van hebben, ze zal evengoed weer goed gaan bloeien.)
Houd de potgrond wel wat aan de vochtige kant, als het te droog wordt zullen de schubben verschrompelen en dan doen ze het niet meer. Na een maand of drie bewaart u de bolletjes tot eind april koel of u plant ze alvast op een beschut plekje in de tuin. Maar, het eerste jaar alleen een rozetje met bladeren, nog geen steeltjes en bloemetjes.
Verder wat mij deze is opgevallen is een ‘Pechbol’ Amaryllis.
Van alle soorten Amaryllissen die wij aanbieden in de Fluwel webwinkel plant ik altijd 2 bollen om te controleren of ze doen wat er van ze verwacht wordt; mooi bloeien. Op de foto hierboven ziet u de twee bollen van de Amaryllis Magical Touch die ik bij mij achter in de kas heb geplant. (Sorry het soort is uitverkocht) Om een of andere onverklaarbare rede doet de een het prachtig en precies zoals ik het van deze betrouwbare Amaryllis verwacht. De andere bol echter staat te pieren en te kwarren en het lijkt erop dat zij het helemaal niet naar haar zin heeft. Aan de ene kant ben ik wel blij dat deze Amaryllis bij mij staat en niet bij u op de vensterbank of de keukentafel maar ik word niet echt blij van zo’n mopperende bol in mijn potje. De rede dat ik dit aan u laat zien is om u op het hart te drukken dat u het wel bij ons meldt als u ook zo’n bol n huis heeft staan. Het komt maar zelden voor, van de bijna 200 Amaryllis bollen die ik heb geplant is dit tot nu toe de enigste, maar mocht er zo’n bol bij u in huis staan, laat het ons weten en stuur ons een fotootje zodat wij de bol kunnen vergoeden of compenseren met straks een gratis Dahlia of zoiets.
Vandaag de dag staan de Amaryllis bollen achter het huis in een nieuwe broeikas. Voorheen stonden ze altijd in de huiskamer, daar genoot ik ook enorm van. Maar toen ik een keer de Amaryllis bollen had geplant in turfmolm die ik het jaar ervoor had gebruikt om Tulpen op te potten kregen we enorm veel last van fruitvliegjes. Het lukte mij nog een paar weken om de fruitschaal of iets dergelijks de schuld te geven maar toen ook de rest van de familie erachter kwam dat de Amaryllissen de boosdoener waren werd er toch wel met gefronste wenkbrauwen naar al dit moois gekeken. Het was ook veel te gortig, 200 potten Amarillissen in huis en nu in de kas kan ik er ook van genieten.
Volgende week vertel ik meer over de kas, nu is het weer tijd om te stoppen.
Met vriendelijke groeten,
Carlos van der Veek